Omschrijving

De Zwartenhoekse zeesluis, dateert uit 1788/89 en werd gebouwd toen de Canisvlietpolder opnieuw bedijkt werd. De nieuwe sluis was een drie kokerige, zelfsuerende uitwateringsluis die indien noodzakelijk ook als inundatiesluis kon worden gebruikt. Als bij vloed zeewater via de Braakman vanuit de Westerschelde richting de polder stroomde, gingen de deuren van de sluis dicht door de druk van het buitenwater. Bij eb gingen de sluisdeuren door de druk van het binnenwater weer open. Door de kokers van de sluis af te sluiten kon de polder in geval van dreiging onder water gezet worden.
Van oudsher kenden de drie kokers van de sluis telkens een schuif en twee houten puntdeuren die om een verticale as draaiden. De schuiven waren te bedienen met houten windassen die boven op de koker waren aangebracht. Aan beide zijden van de sluis waren bovendien pijlers met extra sleuven aanwezig voor de schotbalkkering. In 1803 werden de deuren vernieuwd, waarna in 1824 de schuiven werden vernieuwd. Daarna vond meerdere malen plaatselijk herstel plaats. In de loop van de negentiende en twintigste eeuw verloor de sluis door waterstaatkundige veranderingen in de omgeving langzaam maar zeker haar functie als uitwateringssluis. Lange tijd bleef zij echter als doorgang nog in functie. Daaraan kwam een eind door de aanleg van een nieuw afwateringssysteem in 1979.
Thans maakt de sluis als historisch object nog deel uit van de zogenaamde Sasdijk.
Het volgende moet hierbij worden opgemerkt. De Zwartenhoekse Zeesluis kende van oudsher een forse, natuurstenen sluitsteen aan de kant van de zee. Thans maakt deze sluitsteen met het jaartal 1789 en klimmende leeuw weer deel uit van de zeesluis deze is jaren door een familie bewaard waarvoor wij hun dankbaar zijn.

De Zwartenhoekse zeesluis is van algemeen belang:
Vanuit architectuur en bouwhistorisch oogpunt vanwege de vormgeving, ouderdom, constructie en materiaalgebruik;
Vanuit typologisch oogpunt als zeesluis en verdedigingswerk;
Vanwege de relatieve gaafheid;
Vanwege de zeldzaamheid;
Vanwege de landschappelijk visuele waarde;
Vanuit cultuurhistorisch oogpunt vanwege de betekenis voor de waterstaatkundige en verdedigingsgeschiedenis van de provincie Zeeland, in het bijzonder voor de afwatering van de Canisvlietpolder.